Bij de ziekte van Alopecia (Alopecia Areata) is er sprake van pleksgewijze haaruitval. De haaruitval is doorgaans gelokaliseerd op de behaarde hoofdhuid, maar kan per definitie elk behaarde lichaamsdeel aantasten, denk hierbij aan de baardstreek, schaamstreek en/of de wenkbrauwen.
Bij 5-10% van de patiënten met Alopecia valt al het hoofdhaar uit, dan is er sprake van Alopecia Areata totalis. Bij 1-2% is er naast het uitvallen van het hoofdhaar ook sprake van uitval het de lichaamsbeharing, in dit geval gaat het om alopecia areata universalis.
Bij nieuw uitgroeiende haren is ook het pigment weg. Vooral in de randen van Alopecia Areata plekken kunnen ‘uitroeptenenharen’ voorkomen. Dit zijn kleine, onvolwaardige haartjes die taps toelopen. Dit is een klassiek verschijnsel bij Alopecia Areata.